Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor slijk (Nederlands) in het Zweeds
slijk:
Vertaal Matrix voor slijk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dy | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | |
gyttja | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | |
lera | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | klei; leem |
slam | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | slem |
smuts | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | drek; prut; smurrie; viezigheden; zwijnerij |
sörja | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | mengvoer |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sörja | bedroefd zijn; bedroeven; bewenen; in de rouw zijn; rouwen; treuren; verdriet hebben |