Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. slechten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slechten (Nederlands) in het Zweeds

slechten:

slechten werkwoord (slecht, slechtte, slechtten, geslecht)

  1. slechten (kapot maken)
    bryta sönder
    • bryta sönder werkwoord (bryter sönder, bröt sönder, brutit sönder)

Conjugations for slechten:

o.t.t.
  1. slecht
  2. slecht
  3. slecht
  4. slechten
  5. slechten
  6. slechten
o.v.t.
  1. slechtte
  2. slechtte
  3. slechtte
  4. slechtten
  5. slechtten
  6. slechtten
v.t.t.
  1. heb geslecht
  2. hebt geslecht
  3. heeft geslecht
  4. hebben geslecht
  5. hebben geslecht
  6. hebben geslecht
v.v.t.
  1. had geslecht
  2. had geslecht
  3. had geslecht
  4. hadden geslecht
  5. hadden geslecht
  6. hadden geslecht
o.t.t.t.
  1. zal slechten
  2. zult slechten
  3. zal slechten
  4. zullen slechten
  5. zullen slechten
  6. zullen slechten
o.v.t.t.
  1. zou slechten
  2. zou slechten
  3. zou slechten
  4. zouden slechten
  5. zouden slechten
  6. zouden slechten
en verder
  1. ben geslecht
  2. bent geslecht
  3. is geslecht
  4. zijn geslecht
  5. zijn geslecht
  6. zijn geslecht
diversen
  1. slecht!
  2. slechtt!
  3. geslecht
  4. slechtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor slechten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bryta sönder kapot maken; slechten afknappen; er vanaf breken

Computer vertaling door derden: