Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. slangen:
  2. slang:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slangen (Nederlands) in het Zweeds

slangen:

slangen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de slangen (serpenten)
    ormsorter; ormar

Vertaal Matrix voor slangen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ormar serpenten; slangen
ormsorter serpenten; slangen

Verwante woorden van "slangen":


slangen vorm van slang:

slang [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de slang (serpent)
    orm
    • orm [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de slang (tuinslang; sproeier; waterslang)
    trädgårdsslang

Vertaal Matrix voor slang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
orm serpent; slang feeks; haaibaai; heks; helleveeg; kreng; loeder; slangengebroed; teef; vals wicht; viswijf
trädgårdsslang slang; sproeier; tuinslang; waterslang

Verwante woorden van "slang":


Wiktionary: slang


Cross Translation:
FromToVia
slang vattenslang hose — flexible tube
slang orm serpent — snake
slang orm snake — legless reptile
slang orm SchlangeZoologie: Unterordnung von fußlosen Tieren (Serpentes)
slang slang Schlauch — flexible Leitung zur Förderung fester, flüssiger und gasförmiger Stoffe
slang orm; snok serpentreptile apode ovipare (rarement ovovivipare).

Verwante vertalingen van slangen