Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. slaaf:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slaaf (Nederlands) in het Zweeds

slaaf:

slaaf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de slaaf (lijfeigene)
    träl; slav
    • träl [-en] zelfstandig naamwoord
    • slav [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slaaf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slav lijfeigene; slaaf dienstslaaf; verslaafde
träl lijfeigene; slaaf horige

Verwante woorden van "slaaf":


Wiktionary: slaaf


Cross Translation:
FromToVia
slaaf slav; slavinna; träl slave — person owned by another