Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. signaal:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor signaal (Nederlands) in het Zweeds

signaal:

signaal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het signaal (teken)
    signal
    • signal [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor signaal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
signal signaal; teken gebaar; geste; sein; teken; wenk

Verwante woorden van "signaal":

  • signalen, signaaltje

Verwante definities voor "signaal":

  1. teken dat je iets moet doen of dat er iets gebeurt1
    • rood licht is het signaal dat je moet stoppen1

Wiktionary: signaal


Cross Translation:
FromToVia
signaal signal signal — indication
signaal signal signal — electric or electromagnetic action that conveys information