Nederlands
Uitgebreide vertaling voor shocks (Nederlands) in het Zweeds
shocks:
Vertaal Matrix voor shocks:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
knäckar | shocks | |
slag | shocks | aard; dreun; drevels; duw; duwtje; geklots; hengst; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; opdoffers; opdonder; opdonders; opduvel; opduvels; oplawaai; oplawaaien; pets; peut; pol; por; revers; slag; soort; stempels; stoot; stootje; tik; toegebrachte klap; uithaal; vuistslag; zet |
slaganfall | shocks | aanvallen; attaques; beroertes |
stötar | shocks |
Verwante woorden van "shocks":
shocks vorm van shock:
Vertaal Matrix voor shock:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
schock | shock |