Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. schunnige taal uitslaan:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schunnige taal uitslaan (Nederlands) in het Zweeds

schunnige taal uitslaan:

schunnige taal uitslaan werkwoord (sla schunnige taal uit, slaat schunnige taal uit, sloeg schunnige taal uit, sloegen schunnige taal uit, schunnige taal uitgeslagen)

  1. schunnige taal uitslaan
    svära; använda fult språk
    • svära werkwoord (svärar, svärade, svärat)
    • använda fult språk werkwoord (använder fult språk, använde fult språk, använt fult språk)

Conjugations for schunnige taal uitslaan:

o.t.t.
  1. sla schunnige taal uit
  2. slaat schunnige taal uit
  3. slaat schunnige taal uit
  4. slaan schunnige taal uit
  5. slaan schunnige taal uit
  6. slaan schunnige taal uit
o.v.t.
  1. sloeg schunnige taal uit
  2. sloeg schunnige taal uit
  3. sloeg schunnige taal uit
  4. sloegen schunnige taal uit
  5. sloegen schunnige taal uit
  6. sloegen schunnige taal uit
v.t.t.
  1. heb schunnige taal uitgeslagen
  2. hebt schunnige taal uitgeslagen
  3. heeft schunnige taal uitgeslagen
  4. hebben schunnige taal uitgeslagen
  5. hebben schunnige taal uitgeslagen
  6. hebben schunnige taal uitgeslagen
v.v.t.
  1. had schunnige taal uitgeslagen
  2. had schunnige taal uitgeslagen
  3. had schunnige taal uitgeslagen
  4. hadden schunnige taal uitgeslagen
  5. hadden schunnige taal uitgeslagen
  6. hadden schunnige taal uitgeslagen
o.t.t.t.
  1. zal schunnige taal uitslaan
  2. zult schunnige taal uitslaan
  3. zal schunnige taal uitslaan
  4. zullen schunnige taal uitslaan
  5. zullen schunnige taal uitslaan
  6. zullen schunnige taal uitslaan
o.v.t.t.
  1. zou schunnige taal uitslaan
  2. zou schunnige taal uitslaan
  3. zou schunnige taal uitslaan
  4. zouden schunnige taal uitslaan
  5. zouden schunnige taal uitslaan
  6. zouden schunnige taal uitslaan
en verder
  1. ben schunnige taal uitgeslagen
  2. bent schunnige taal uitgeslagen
  3. is schunnige taal uitgeslagen
  4. zijn schunnige taal uitgeslagen
  5. zijn schunnige taal uitgeslagen
  6. zijn schunnige taal uitgeslagen
diversen
  1. sla schunnige taal uit!
  2. slaat schunnige taal uit!
  3. schunnige taal uitgeslagen
  4. schunnige taal uitslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor schunnige taal uitslaan:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
använda fult språk schunnige taal uitslaan
svära schunnige taal uitslaan beëdigen; een eed afleggen; ketteren; vloeken; zweren

Verwante vertalingen van schunnige taal uitslaan