Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. schuitjes:
  2. schuitje:
  3. schuit:
  4. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schuitjes (Nederlands) in het Zweeds

schuitjes:

schuitjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de schuitjes (vaartuigen; schepen; boten; schuiten)
    fartyg; skepp
    • fartyg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skepp [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de schuitjes (scheepjes; bootjes)
    fartyg; skepp; kärl
    • fartyg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skepp [-ett] zelfstandig naamwoord
    • kärl [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schuitjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fartyg bootjes; boten; scheepjes; schepen; schuiten; schuitjes; vaartuigen boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig; vaatwerk
kärl bootjes; scheepjes; schuitjes vaatwerk
skepp bootjes; boten; scheepjes; schepen; schuiten; schuitjes; vaartuigen boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig; vaatwerk

Verwante woorden van "schuitjes":


schuitje:

schuitje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het schuitje (vaartuig; boot; schip; )
    båt; skepp; fartyg; farkost
    • båt [-en] zelfstandig naamwoord
    • skepp [-ett] zelfstandig naamwoord
    • fartyg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • farkost [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schuitje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
båt boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig
farkost boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig vaatwerk
fartyg boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig boot; bootjes; boten; scheepjes; schepen; schuiten; schuitjes; vaartuigen; vaatwerk
skepp boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig bootjes; boten; scheepjes; schepen; schuiten; schuitjes; vaartuigen; vaatwerk

Verwante woorden van "schuitje":


schuit:

schuit [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schuit (vaartuig; boot; schip; )
    båt; skepp; fartyg; farkost
    • båt [-en] zelfstandig naamwoord
    • skepp [-ett] zelfstandig naamwoord
    • fartyg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • farkost [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schuit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
båt boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig
farkost boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig vaatwerk
fartyg boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig boot; bootjes; boten; scheepjes; schepen; schuiten; schuitjes; vaartuigen; vaatwerk
skepp boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig bootjes; boten; scheepjes; schepen; schuiten; schuitjes; vaartuigen; vaatwerk

Verwante woorden van "schuit":


Wiktionary: schuit


Cross Translation:
FromToVia
schuit båt; fartyg; skepp bateau — Ouvrage flottant destiné à la navigation