Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. schreden:
  2. schrede:
  3. schrijden:
  4. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schreden (Nederlands) in het Zweeds

schreden:

schreden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de schreden (voetstappen; stappen; treden; passen)
    fotsteg; steg; fotspår
    • fotsteg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • steg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • fotspår [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schreden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fotspår passen; schreden; stappen; treden; voetstappen voetspoor; voetstap
fotsteg passen; schreden; stappen; treden; voetstappen voetplank; voetstap
steg passen; schreden; stappen; treden; voetstappen autoped; avance; loopvlak; pas; schrede; stap; step; toenadering; traptrede; tred; trede; tree

Verwante woorden van "schreden":


schrede:

schrede [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schrede (stap; pas)
    steg
    • steg [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schrede:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
steg pas; schrede; stap autoped; avance; loopvlak; passen; schreden; stappen; step; toenadering; traptrede; tred; trede; treden; tree; voetstappen

Verwante woorden van "schrede":


Wiktionary: schrede


Cross Translation:
FromToVia
schrede steg pas — Le mouvement que fait une personne ou un animal mettre un pied devant l’autre pour marcher.

schrijden:

schrijden werkwoord (schrijd, schrijdt, schreed, schreden, geschreden)

  1. schrijden (waardig lopen)
    skrida
    • skrida werkwoord (skrider, skred, skridit)

Conjugations for schrijden:

o.t.t.
  1. schrijd
  2. schrijdt
  3. schrijdt
  4. schrijden
  5. schrijden
  6. schrijden
o.v.t.
  1. schreed
  2. schreed
  3. schreed
  4. schreden
  5. schreden
  6. schreden
v.t.t.
  1. ben geschreden
  2. bent geschreden
  3. is geschreden
  4. zijn geschreden
  5. zijn geschreden
  6. zijn geschreden
v.v.t.
  1. was geschreden
  2. was geschreden
  3. was geschreden
  4. waren geschreden
  5. waren geschreden
  6. waren geschreden
o.t.t.t.
  1. zal schrijden
  2. zult schrijden
  3. zal schrijden
  4. zullen schrijden
  5. zullen schrijden
  6. zullen schrijden
o.v.t.t.
  1. zou schrijden
  2. zou schrijden
  3. zou schrijden
  4. zouden schrijden
  5. zouden schrijden
  6. zouden schrijden
diversen
  1. schrijd!
  2. schrijdt!
  3. geschreden
  4. schrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor schrijden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skrida schrijden; waardig lopen