Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. schepsel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schepsel (Nederlands) in het Zweeds

schepsel:

schepsel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het schepsel (creatuur)
    varelse; skapelse

Vertaal Matrix voor schepsel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skapelse creatuur; schepsel creatie; maaksel; schepping
varelse creatuur; schepsel individu; mens; persoon; sterveling; wezen

Verwante woorden van "schepsel":

  • schepselen, schepsels, schepseltje, schepseltjes

Wiktionary: schepsel


Cross Translation:
FromToVia
schepsel varelse creature — A creature
schepsel varelse; skapelse; kreatur KreaturLebewesen, Geschöpf, etwas „Kreiertes“, „Geschaffenes“
schepsel skapelse; varelse créature — Résultat de la création