Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. schelms:
  2. schelm:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schelms (Nederlands) in het Zweeds

schelms:

schelms bijvoeglijk naamwoord

  1. schelms (guitig; ondeugend; kwajongensachtig; )
    skälmaktigt; uppslupet; lustig; munter; skojfrisk; muntert; lustigt; skojfriskt

Vertaal Matrix voor schelms:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
munter opgewektheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lustig bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig grappig; humoristisch; kluchtig; koddig; komiek; komisch; leuk
lustigt bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig grappig; humoristisch; kluchtig; koddig; komiek; komisch; leuk; leuke
munter bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
muntert bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
skojfrisk bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig
skojfriskt bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig
skälmaktigt bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig
uppslupet bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig

Verwante woorden van "schelms":


schelms vorm van schelm:

schelm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schelm (kwajongen; deugniet; boefje; )
    lymmel; skojare; kanalje; skälm
    • lymmel [-en] zelfstandig naamwoord
    • skojare [-en] zelfstandig naamwoord
    • kanalje [-en] zelfstandig naamwoord
    • skälm [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de schelm (picaro; schavuit)
    skojare; bov; skurk; lymmel
    • skojare [-en] zelfstandig naamwoord
    • bov [-en] zelfstandig naamwoord
    • skurk [-en] zelfstandig naamwoord
    • lymmel [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schelm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bov picaro; schavuit; schelm bandiet; boef; boosdoener; booswicht; deugniet; ellendeling; fielt; guit; kaffer; klier; kreng; mispunt; olijkerd; onverlaat; paljas; rakker; rotvent; schobbejak; schoft; schurk; slechtaard; smeerlap; snaak; snertvent; snoodaard; spitsboef; stinkerd; stuk ongeluk
kanalje bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel deugniet; guit; jongens; olijkerd; paljas; rakker; rakkers; snaak; stinkerd
lymmel bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; picaro; schavuit; schelm; vlegel deugniet; donderstraal; guit; jongen; jongens; olijkerd; paljas; rakker; rakkers; rekel; snaak; stinkerd
skojare bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; picaro; schavuit; schelm; vlegel aartsbedrieger; aartsleugenaar; achterbakse personen; doortrapte leugenaar; flessentrekkers; gladjanussen; grappenmakers; guit; jongens; knoeier; koekenbakker; koekhakker; komedianten; komieken; mooipraters; olijkerd; onbetrouwbare kerels; paljas; paljassen; rakkers; schoeljes; sjoemelaar; sjoemelaars; smiechten; vleiers
skurk picaro; schavuit; schelm bandiet; bedrieger; boef; boosdoener; booswicht; ellendeling; fielt; gemenerik; kaffer; klier; kreng; mispunt; naarling; onverlaat; oplichter; rabauw; rotvent; rotzak; schobbejak; schoft; schooier; schurk; slechtaard; sloeber; smeerlap; smiecht; snertvent; snoodaard; spitsboef; stinkerd; stuk ongeluk
skälm bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel deugniet; guit; jongens; olijkerd; paljas; rakker; rakkers; snaak; stinkerd

Verwante woorden van "schelm":


Wiktionary: schelm


Cross Translation:
FromToVia
schelm skojare; gynnare knave — deceitful fellow
schelm skurk; rackare; slyngel; lymmel ruffian — scoundrel, rascal