Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schandmerk (Nederlands) in het Zweeds
schandmerk:
-
het schandmerk (schandvlek; smet)
Vertaal Matrix voor schandmerk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
brännmärke | schandmerk; schandvlek; smet | brandmerk; schroeiplek |
skamfläck | schandmerk; schandvlek; smet | zwarte schaap |
Verwante woorden van "schandmerk":
schandmerken:
-
schandmerken
Conjugations for schandmerken:
o.t.t.
- schandmerk
- schandmerkt
- schandmerkt
- schandmerken
- schandmerken
- schandmerken
o.v.t.
- schandmerkte
- schandmerkte
- schandmerkte
- schandmerkten
- schandmerkten
- schandmerkten
v.t.t.
- ben geschandmerkt
- bent geschandmerkt
- is geschandmerkt
- zijn geschandmerkt
- zijn geschandmerkt
- zijn geschandmerkt
v.v.t.
- was geschandmerkt
- was geschandmerkt
- was geschandmerkt
- waren geschandmerkt
- waren geschandmerkt
- waren geschandmerkt
o.t.t.t.
- zal schandmerken
- zult schandmerken
- zal schandmerken
- zullen schandmerken
- zullen schandmerken
- zullen schandmerken
o.v.t.t.
- zou schandmerken
- zou schandmerken
- zou schandmerken
- zouden schandmerken
- zouden schandmerken
- zouden schandmerken
diversen
- schandmerk!
- schandmerkt!
- geschandmerkt
- schandmerkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de schandmerken (schandvlekken)
skamfläckar-
skamfläckar zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor schandmerken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
skamfläckar | schandmerken; schandvlekken | broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stigmatisera | schandmerken | stigmatiseren |