Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schamelheid (Nederlands) in het Zweeds
schamelheid:
-
de schamelheid (karigheid; schraalheid; poverheid; armzaligheid)
Vertaal Matrix voor schamelheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
knussel | armzaligheid; karigheid; poverheid; schamelheid; schraalheid | |
njugghet | armzaligheid; karigheid; poverheid; schamelheid; schraalheid | gierigheid; krenterigheid; vrekkigheid |
sparsamhet | armzaligheid; karigheid; poverheid; schamelheid; schraalheid | spaarzaamheid; zuinig zijn; zuinigheid |
Verwante woorden van "schamelheid":
schamel:
Vertaal Matrix voor schamel:
Verwante woorden van "schamel":
Wiktionary: schamel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schamel | → billig | ↔ cheap — of little worth |
• schamel | → arm; fattig; olycklig | ↔ malheureux — Qui porte malheur, qui annonce ou qui cause du malheur. (Sens général) |
• schamel | → utfattig | ↔ misérable — Qui réduire à la misère ; qui inspirer la pitié. |
• schamel | → arm | ↔ pauvre — Qui est dans la pauvreté ; qui ne dispose pas de ressources suffisantes. |
• schamel | → klen; usel; futtig | ↔ piètre — Qui est mesquin, chétif et de nulle valeur dans son genre. |