Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. schakelaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schakelaar (Nederlands) in het Zweeds

schakelaar:

schakelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schakelaar (knop; schakelknop)
    knapp
    • knapp [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schakelaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knapp knop; schakelaar; schakelknop drukkertje; knobbel; knoest; knop; knopje; kwast; overhemdsknoopje
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knapp eng; nauw; nauwsluitend; smal; smalletjes; strak; van geringe breedte

Verwante woorden van "schakelaar":


Wiktionary: schakelaar


Cross Translation:
FromToVia
schakelaar strömbrytare; brytare switch — Device to turn electric current on and off or direct its flow
schakelaar strömbrytare interrupteur — élec|nocat=1 organe qui a pour but d’interrompre un circuit électrique et le passage du courant.