Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schaften (Nederlands) in het Zweeds
schaften:
-
schaften
Conjugations for schaften:
o.t.t.
- schaft
- schaft
- schaft
- schaften
- schaften
- schaften
o.v.t.
- schaftte
- schaftte
- schaftte
- schaftten
- schaftten
- schaftten
v.t.t.
- ben geschaft
- bent geschaft
- is geschaft
- zijn geschaft
- zijn geschaft
- zijn geschaft
v.v.t.
- was geschaft
- was geschaft
- was geschaft
- waren geschaft
- waren geschaft
- waren geschaft
o.t.t.t.
- zal schaften
- zult schaften
- zal schaften
- zullen schaften
- zullen schaften
- zullen schaften
o.v.t.t.
- zou schaften
- zou schaften
- zou schaften
- zouden schaften
- zouden schaften
- zouden schaften
diversen
- schaft!
- schaftt!
- geschaft
- schaftend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor schaften:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
äta | schaften | eten; laven; leegeten; lenigen; lessen; lunchen; opeten; opvreten; tegoed doen; vreten |