Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. schacht:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schacht (Nederlands) in het Zweeds

schacht:

schacht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schacht
    skaft
    • skaft [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schacht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skaft schacht oor; oor van een kopje; phylum; pijlen; schachten; schenkel; stam; stelen

Verwante woorden van "schacht":


Wiktionary: schacht


Cross Translation:
FromToVia
schacht schakt SchachtBauwerk: hohler, meist senkrechter Raum
schacht stav; stång bâton — Morceau de bois assez long
schacht abborre perchelong pièce de bois.