Samenstelling in het Zweeds vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

samenstelling:
- montage; sammanställning; sammansättning; arrangemang; komposition; byggnad; konstruktion; byggande; strukturering; kombination
Wiktionary:
- samenstelling → kompositum, sammansättning, sammansatt, sammansatt ord, byggnadssätt, organisation

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor samenstelling (Nederlands) in het Zweeds

de samenstelling (assemblage; assembleren; montage; samenvoeging)
montage; sammanställning; sammansättning; arrangemang; komposition
- montage [-ett] zelfstandig naamwoord
- sammanställning [-en] zelfstandig naamwoord
- sammansättning [-en] zelfstandig naamwoord
- arrangemang [-ett] zelfstandig naamwoord
- komposition [-en] zelfstandig naamwoord
de samenstelling (onderdelen)
sammansättning; komposition
- sammansättning [-en] zelfstandig naamwoord
- komposition [-en] zelfstandig naamwoord
de samenstelling (opbouw; structuur; ordening; organisatie; systeem)
byggnad; konstruktion
- byggnad [-en] zelfstandig naamwoord
- konstruktion [-en] zelfstandig naamwoord
de samenstelling (opbouw; constructie; structuur; opbouwen; samengesteld geheel; bouw)
konstruktion; byggande; strukturering
- konstruktion [-en] zelfstandig naamwoord
- byggande zelfstandig naamwoord
- strukturering [-en] zelfstandig naamwoord
de samenstelling (combinatie)
kombination
- kombination [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
arrangemang	assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging	arrangement; indeling; instrumentatie; orkestratie; regeling
byggande	bouw; constructie; opbouw; opbouwen; samengesteld geheel; samenstelling; structuur
byggnad	opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem	aanleggen; blok; bouw; bouwsector; gebouw; huis; pand; perceel; speelgoedblok
kombination	combinatie; samenstelling	combinatie
komposition	assemblage; assembleren; montage; onderdelen; samenstelling; samenvoeging	samenstelling taalkunde
konstruktion	bouw; constructie; opbouw; opbouwen; ordening; organisatie; samengesteld geheel; samenstelling; structuur; systeem	aanleggen; bouw; bouwsector; bouwsel; constructie; fabricage; frame; geraamte; raamwerk; skelet
montage	assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging	filmmontage; montage; montering
sammanställning	assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging	compilatie; verzameling
sammansättning	assemblage; assembleren; montage; onderdelen; samenstelling; samenvoeging	assembly; samenstelling taalkunde
strukturering	bouw; constructie; opbouw; opbouwen; samengesteld geheel; samenstelling; structuur

de manier waarop er een geheel van gemaakt is¹
- voor de samenstelling van dit liedjesprogramma is Jan verantwoordelijk¹
woord dat bestaat uit twee andere woorden¹
- het woord 'pindakaas' is een samenstelling¹

Cross Translation:

From	To	Via
• samenstelling	→ kompositum; sammansättning; sammansatt	↔ compound — linguistics: word formed by combining other words
• samenstelling	→ sammansättning; sammansatt ord	↔ compound word — word composed of others
• samenstelling	→ byggnadssätt; organisation	↔ structure — manière dont un édifice bâtir.