Samenkomst in het Zweeds vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

samenkomst:
- rådplägning; konferens; sammankomst; överläggning; möte; träff; samling; kongress; symposium
Wiktionary:
- samenkomst → vägkors, knutpunkt, möte, sammanträde, församling, sammankomst

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor samenkomst (Nederlands) in het Zweeds

de samenkomst (beraadslaging; overleg; conferentie)
rådplägning; konferens; sammankomst; överläggning; möte
- rådplägning [-en] zelfstandig naamwoord
- konferens [-en] zelfstandig naamwoord
- sammankomst [-en] zelfstandig naamwoord
- överläggning [-en] zelfstandig naamwoord
- möte [-ett] zelfstandig naamwoord
de samenkomst (vergadering; manifestatie; bijeenkomst; zitting)
möte; träff; samling; konferens; kongress; symposium
- möte [-ett] zelfstandig naamwoord
- träff [-en] zelfstandig naamwoord
- samling [-en] zelfstandig naamwoord
- konferens [-en] zelfstandig naamwoord
- kongress [-en] zelfstandig naamwoord
- symposium zelfstandig naamwoord
de samenkomst (oploopje; toeloop)
möte; sammankomst
- möte [-ett] zelfstandig naamwoord
- sammankomst [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
konferens	beraadslaging; bijeenkomst; conferentie; manifestatie; overleg; samenkomst; vergadering; zitting	bijeenkomst; congres; vergadering
kongress	bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting	bijeenkomst; congres
möte	beraadslaging; bijeenkomst; conferentie; manifestatie; oploopje; overleg; samenkomst; toeloop; vergadering; zitting	Webvergadering; ontmoeting; treffen; vergadering
rådplägning	beraadslaging; conferentie; overleg; samenkomst
samling	bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting	aggregaat; collecte; combinatie; cumulatie; inwinnen; inzameling; schifting; selectie; verzameling
sammankomst	beraadslaging; conferentie; oploopje; overleg; samenkomst; toeloop	inwinnen; ontmoeting; samenstroming; samenvloeiing; samenzijn; treffen
symposium	bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting	symposium
träff	bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting	afgesproken ontmoeting; afspraak; bijeenroeping; hit; liaison; raakschot; schot in de roos; treffer
överläggning	beraadslaging; conferentie; overleg; samenkomst	beraad

Cross Translation:

From	To	Via
• samenkomst	→ vägkors; knutpunkt	↔ junction — a place where two things meet
• samenkomst	→ möte	↔ meeting — gathering for a purpose
• samenkomst	→ sammanträde	↔ Zusammenkunft — das Treffen mehrer Menschen, um etwas bestimmtes zu tun
• samenkomst	→ församling; möte; sammankomst; sammanträde	↔ réunion — action de rapprocher, de réunir des parties qui avaient été diviser, désunir, isolées, ou résultat de cette action.