Nederlands
Uitgebreide vertaling voor samendrukken (Nederlands) in het Zweeds
samendrukken:
-
samendrukken (samenpersen; comprimeren)
Conjugations for samendrukken:
o.t.t.
- druk samen
- drukt samen
- drukt samen
- drukken samen
- drukken samen
- drukken samen
o.v.t.
- drukte samen
- drukte samen
- drukte samen
- drukten samen
- drukten samen
- drukten samen
v.t.t.
- heb samengedrukt
- hebt samengedrukt
- heeft samengedrukt
- hebben samengedrukt
- hebben samengedrukt
- hebben samengedrukt
v.v.t.
- had samengedrukt
- had samengedrukt
- had samengedrukt
- hadden samengedrukt
- hadden samengedrukt
- hadden samengedrukt
o.t.t.t.
- zal samendrukken
- zult samendrukken
- zal samendrukken
- zullen samendrukken
- zullen samendrukken
- zullen samendrukken
o.v.t.t.
- zou samendrukken
- zou samendrukken
- zou samendrukken
- zouden samendrukken
- zouden samendrukken
- zouden samendrukken
en verder
- is samengedrukt
- zijn samengedrukt
diversen
- druk samen!
- drukt samen!
- samengedrukt
- samendrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor samendrukken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
komprimera | comprimeren; samendrukken; samenpersen | comprimeren |
sammantrycka | comprimeren; samendrukken; samenpersen | |
trycka ihop | comprimeren; samendrukken; samenpersen | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
komprimera | compressie |