Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- samen:
-
Wiktionary:
- samen → tillsammans
- samen → tillsammans, ihop
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor samen (Nederlands) in het Zweeds
samen:
-
samen (gezamenlijk; tezamen; met z'n beiden)
tillsammans-
tillsammans bijvoeglijk naamwoord
-
-
samen (bijeen; tezamen; bij elkaar)
Vertaal Matrix voor samen:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
allihopa | bij elkaar; bijeen; samen; tezamen | |
med varandra | bij elkaar; bijeen; samen; tezamen | elkaar; mekaar |
tillsammans | gezamenlijk; met z'n beiden; samen; tezamen | onder elkaar; saam |
Antoniemen van "samen":
Verwante definities voor "samen":
Wiktionary: samen
samen
Cross Translation:
adverb
-
met iemand
- samen → tillsammans
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• samen | → tillsammans; ihop | ↔ together — at the same time, in the same place |