Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ruwheid (Nederlands) in het Zweeds
ruwheid:
-
de ruwheid (hardhandigheid)
-
de ruwheid (hobbeligheid; oneffenheid)
Vertaal Matrix voor ruwheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
grovhet | hardhandigheid; ruwheid | grofheid; onhoffelijkheid; platheid; platvloersheid; schofterigheid; vulgariteit |
hårdhet | hobbeligheid; oneffenheid; ruwheid | barsheid; fermheid; ruigheid; stoerheid; verhardheid; verstoktheid |
ojämnhet | hobbeligheid; oneffenheid; ruwheid | bobbel; grofheid; hobbel; hobbeling; oneffenheid; ongelijkheid; opgezwollenheid; ruw van makelij |
råhet | hardhandigheid; hobbeligheid; oneffenheid; ruwheid | grofheid; guurheid; klamheid; ruw van makelij |
strävhet | hardhandigheid; ruwheid | bitsheid |
Verwante woorden van "ruwheid":
ruwheid vorm van ruw:
-
ruw (hardhandig; hard; onzacht)
-
ruw (ongetemd; wild; woest; ruig)
-
ruw (niet glad)
-
ruw (onbewerkt)
-
ruw (grofgebouwd; grof; lomp)
robust; kraftig; kraftigt; stadigt; kraftigt byggd-
robust bijvoeglijk naamwoord
-
kraftig bijvoeglijk naamwoord
-
kraftigt bijvoeglijk naamwoord
-
stadigt bijvoeglijk naamwoord
-
kraftigt byggd bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ruw:
Verwante woorden van "ruw":
Synoniemen voor "ruw":
Antoniemen van "ruw":
Verwante definities voor "ruw":
Wiktionary: ruw
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ruw | → rå; grov | ↔ crude — being in a natural state |
• ruw | → grov; oborstad; plump | ↔ crude — lacking tact or taste |
• ruw | → rå; obearbetad | ↔ crude — statistics: in an unanalyzed form |
• ruw | → fysisk | ↔ physical — involving bodily force |
• ruw | → ojämn | ↔ rough — not smooth |
• ruw | → vulgär | ↔ vulgar — obscene |
• ruw | → oborstad; vresig; barsk | ↔ borstig — übertragen: rücksichtslos und ungestüm im Verhalten anderen gegenüber |
• ruw | → grov | ↔ krude — ohne Feingefühl, Fingerspitzengefühl |
• ruw | → rå | ↔ roh — (umgangssprachlich) ungehobelt, grob |