Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ruiken (Nederlands) in het Zweeds
ruiken:
-
ruiken (een geur verspreiden; rieken; geuren)
– waarnemen met je neus 1 -
ruiken (stinken; meuren; een luchtje hebben; rieken; walmen; geuren)
– een geur verspreiden 1
Conjugations for ruiken:
o.t.t.
- ruik
- ruikt
- ruikt
- ruiken
- ruiken
- ruiken
o.v.t.
- rook
- rook
- rook
- roken
- roken
- roken
v.t.t.
- heb geroken
- hebt geroken
- heeft geroken
- hebben geroken
- hebben geroken
- hebben geroken
v.v.t.
- had geroken
- had geroken
- had geroken
- hadden geroken
- hadden geroken
- hadden geroken
o.t.t.t.
- zal ruiken
- zult ruiken
- zal ruiken
- zullen ruiken
- zullen ruiken
- zullen ruiken
o.v.t.t.
- zou ruiken
- zou ruiken
- zou ruiken
- zouden ruiken
- zouden ruiken
- zouden ruiken
diversen
- ruik!
- ruikt!
- geroken
- ruikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor ruiken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lukta | een geur verspreiden; geuren; rieken; ruiken | lucht krijgen van |
lukta illa | een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen | |
stinka | een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen |
Verwante definities voor "ruiken":
Wiktionary: ruiken
ruiken
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ruiken | → lukta; vittra | ↔ scent — to detect the scent of |
• ruiken | → lukta | ↔ smell — sense with nose |
• ruiken | → lukta; dofta | ↔ smell — have the smell of |
• ruiken | → lukta; dofta | ↔ smell — have a particular smell |
• ruiken | → dofta | ↔ embaumer — introduire dans un cadavre des substances propres à empêcher qu’il ne se corrompre. |
• ruiken | → vädra; snocka upp | ↔ flairer — chercher à découvrir par l’odeur, en parlant du chien et de certains animaux. |
• ruiken | → dofta | ↔ sentir — Traductions à trier suivant le sens |