Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. rouwdouwer:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rouwdouwer (Nederlands) in het Zweeds

rouwdouwer:

rouwdouwer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rouwdouwer (ruw iemand)
    råskinn; bråkmakare
  2. de rouwdouwer (krachtpatser)
    bjässe; kraftkarl

Vertaal Matrix voor rouwdouwer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bjässe krachtpatser; rouwdouwer
bråkmakare rouwdouwer; ruw iemand druktemaker; haantje; herrieschopper; intrigant; kabaalmaker; kemphaan; lawaaimaker; levenmaker; nozem; onruststoker; querulant; ruziemaker; ruzieschopper; ruziezoeker; stoker; tweedrachtzaaier; twiststoker; twistzoeker; vechter; zenuwlijder
kraftkarl krachtpatser; rouwdouwer
råskinn rouwdouwer; ruw iemand knokploeg; nozem; woesteling

Verwante woorden van "rouwdouwer":

  • rouwdouwers