Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. rooster:
  2. roosteren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rooster (Nederlands) in het Zweeds

rooster:

rooster [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rooster (tijdsindeling)
    tidtabell
  2. de rooster (raster; rasterwerk; rastering)
    skärm
    • skärm [-en] zelfstandig naamwoord
  3. de rooster (dienstrooster; dienstregeling)
    arbetsordning
  4. de rooster (lesrooster)
    schema
    • schema [-en] zelfstandig naamwoord
  5. de rooster (braadrooster)
    grill
    • grill [-en] zelfstandig naamwoord

rooster

  1. rooster

Vertaal Matrix voor rooster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbetsordning dienstregeling; dienstrooster; rooster intern reglement
grill braadrooster; rooster grill; grilloven
schema lesrooster; rooster kleurenschema; planning; schema; stelsel; systeem
skärm raster; rastering; rasterwerk; rooster beeldscherm; scherm
tidtabell rooster; tijdsindeling tijdschema
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
tidrapport rooster

Verwante woorden van "rooster":


Wiktionary: rooster


Cross Translation:
FromToVia
rooster lista; schema roster — a list of names

rooster vorm van roosteren:

roosteren werkwoord (rooster, roostert, roosterde, roosterden, geroosterd)

  1. roosteren (barbecuen; grillen; grilleren)
    grilla
    • grilla werkwoord (grillar, grillade, grillat)

Conjugations for roosteren:

o.t.t.
  1. rooster
  2. roostert
  3. roostert
  4. roosteren
  5. roosteren
  6. roosteren
o.v.t.
  1. roosterde
  2. roosterde
  3. roosterde
  4. roosterden
  5. roosterden
  6. roosterden
v.t.t.
  1. heb geroosterd
  2. hebt geroosterd
  3. heeft geroosterd
  4. hebben geroosterd
  5. hebben geroosterd
  6. hebben geroosterd
v.v.t.
  1. had geroosterd
  2. had geroosterd
  3. had geroosterd
  4. hadden geroosterd
  5. hadden geroosterd
  6. hadden geroosterd
o.t.t.t.
  1. zal roosteren
  2. zult roosteren
  3. zal roosteren
  4. zullen roosteren
  5. zullen roosteren
  6. zullen roosteren
o.v.t.t.
  1. zou roosteren
  2. zou roosteren
  3. zou roosteren
  4. zouden roosteren
  5. zouden roosteren
  6. zouden roosteren
en verder
  1. is geroosterd
  2. zijn geroosterd
diversen
  1. rooster!
  2. roostert!
  3. geroosterd
  4. roosterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor roosteren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grilla barbecue; gebraad
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grilla barbecuen; grillen; grilleren; roosteren

Verwante woorden van "roosteren":


Wiktionary: roosteren


Cross Translation:
FromToVia
roosteren rosta toast — to lightly cook by browning over fire
roosteren halstra; rosta grillersupplicier par le feu.
roosteren halstra; rosta rôtir — Faire cuire de la viande à un feu vif, de manière que le dessus soit croustillant et que l’intérieur reste tendre.

Verwante vertalingen van rooster