Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. rommel:
  2. rommelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rommel (Nederlands) in het Zweeds

rommel:

rommel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rommel (prullaria; junk)
    skräp
    • skräp [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de rommel (warhoop; knoeiboel; warboel; )
    ihop blandat
  3. de rommel (puinhoop; rotzooi; zooi; )
    bråte; röra
    • bråte [-en] zelfstandig naamwoord
    • röra [-en] zelfstandig naamwoord
  4. de rommel (vuilnis; huisvuil; voddengoed; )
    hushållsavfall; sopor; avfall; hushållssopor

Vertaal Matrix voor rommel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avfall afval; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; voddengoed; vuilnis; vullis afval; afvalmateriaal; afvalstof; rondwarende schaduwen; rotzooi; schaduwen; schimmen; verkwisting; verspilling; vuilnis
bråte bende; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; zooi; zootje
hushållsavfall afval; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; voddengoed; vuilnis; vullis huishoudelijk afval
hushållssopor afval; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; voddengoed; vuilnis; vullis
ihop blandat knoeiboel; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
röra bende; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; zooi; zootje afdankertjes; allegaartje; bende; berg; bocht; geflikflooi; geklieder; gemier; gerotzooi; gezeur; hoop; hutspot; kliederboel; kliederen; knoeierij; mengelmoes; mengvoer; mikmak; opeenhoping; rotzooi; samenraapsel; smerig spul; troep
skräp junk; prullaria; rommel afval; flard; homp; kaf; lap; lor; ongewenste e-mail; prul; rotzooi; strooisel; vod; vodje; vuilnis
sopor afval; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; voddengoed; vuilnis; vullis afval; prullen; rotzooi; vuilnis
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
röra aangaan; aanraken; aanroeren; aanstippen; aanstoken; belang inboezemen; beroeren; betreffen; bewegen; even aanraken; gaan; mixen; ontroeren; oppoken; opstoken; raken; roeren; rondroeren; slaan op; toucheren; treffen; verroeren; voelen; zich begeven; zich bewegen; zich verplaatsen; zitten aan; zorg inboezemen

Verwante woorden van "rommel":


Wiktionary: rommel


Cross Translation:
FromToVia
rommel skräp junk — rubbish, waste
rommel skräp; avfall waste — useless products, garbage
rommel oordning; trassel chaos — Traductions à trier

rommelen:

rommelen werkwoord (rommel, rommelt, rommelde, rommelden, gerommeld)

  1. rommelen (prutsen; aanmodderen)
    larva omkring; tjafsa; knåpa
    • larva omkring werkwoord (larvar omkring, larvade omkring, larvat omkring)
    • tjafsa werkwoord (tjafsar, tjafsade, tjafsat)
    • knåpa werkwoord (knåpar, knåpade, knåpat)
  2. rommelen (in iets rondtasten; graaien; grabbelen)
    undersöka; snoka efter; snoka runt
    • undersöka werkwoord (undersöker, undersökte, undersökt)
    • snoka efter werkwoord (snokar efter, snokade efter, snokat efter)
    • snoka runt werkwoord (snokar runt, snokade runt, snokat runt)

Conjugations for rommelen:

o.t.t.
  1. rommel
  2. rommelt
  3. rommelt
  4. rommelen
  5. rommelen
  6. rommelen
o.v.t.
  1. rommelde
  2. rommelde
  3. rommelde
  4. rommelden
  5. rommelden
  6. rommelden
v.t.t.
  1. heb gerommeld
  2. hebt gerommeld
  3. heeft gerommeld
  4. hebben gerommeld
  5. hebben gerommeld
  6. hebben gerommeld
v.v.t.
  1. had gerommeld
  2. had gerommeld
  3. had gerommeld
  4. hadden gerommeld
  5. hadden gerommeld
  6. hadden gerommeld
o.t.t.t.
  1. zal rommelen
  2. zult rommelen
  3. zal rommelen
  4. zullen rommelen
  5. zullen rommelen
  6. zullen rommelen
o.v.t.t.
  1. zou rommelen
  2. zou rommelen
  3. zou rommelen
  4. zouden rommelen
  5. zouden rommelen
  6. zouden rommelen
diversen
  1. rommel!
  2. rommelt!
  3. gerommeld
  4. rommelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rommelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knåpa aanmodderen; prutsen; rommelen aanrommelen; aanrotzooien; fröbelen; keutelen; knoeien; knutselen; prutsen; rotzooien; scharrelen; sleutelen; verprutsen
larva omkring aanmodderen; prutsen; rommelen
snoka efter graaien; grabbelen; in iets rondtasten; rommelen
snoka runt graaien; grabbelen; in iets rondtasten; rommelen
tjafsa aanmodderen; prutsen; rommelen drukte maken
undersöka graaien; grabbelen; in iets rondtasten; rommelen aanschouwen; bekijken; beproeven; bezichtigen; bezien; controleren; doorvorsen; examineren; fouilleren; iets opzoeken; inspecteren; keuren; met sonde onderzoeken; nagaan; nakijken; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; nazoeken; onderzoeken; overhoren; rechercheren; schouwen; snuffelen; sonderen; speuren; testen; toetsen; uitproberen; uittesten; visiteren

Verwante woorden van "rommelen":


Wiktionary: rommelen


Cross Translation:
FromToVia
rommelen rota; böka root — rummage, root out

Verwante vertalingen van rommel