Nederlands
Uitgebreide vertaling voor robbedoes (Nederlands) in het Zweeds
robbedoes:
-
de robbedoes (wildebras)
Vertaal Matrix voor robbedoes:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pojkflicka | robbedoes; wildebras | |
vildbasare | robbedoes; wildebras | debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot |
yrhätta | robbedoes; wildebras | debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot |
Verwante woorden van "robbedoes":
robbedoes vorm van robbedoezen:
-
robbedoezen
Conjugations for robbedoezen:
o.t.t.
- robbedoes
- robbedoest
- robbedoest
- robbedoezen
- robbedoezen
- robbedoezen
o.v.t.
- robbedoesde
- robbedoesde
- robbedoesde
- robbedoesden
- robbedoesden
- robbedoesden
v.t.t.
- heb gerobbedoesd
- hebt gerobbedoesd
- heeft gerobbedoesd
- hebben gerobbedoesd
- hebben gerobbedoesd
- hebben gerobbedoesd
v.v.t.
- had gerobbedoesd
- had gerobbedoesd
- had gerobbedoesd
- hadden gerobbedoesd
- hadden gerobbedoesd
- hadden gerobbedoesd
o.t.t.t.
- zal robbedoezen
- zult robbedoezen
- zal robbedoezen
- zullen robbedoezen
- zullen robbedoezen
- zullen robbedoezen
o.v.t.t.
- zou robbedoezen
- zou robbedoezen
- zou robbedoezen
- zouden robbedoezen
- zouden robbedoezen
- zouden robbedoezen
diversen
- robbedoes!
- robbedoest!
- gerobbedoesd
- robbedoezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor robbedoezen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
leka vilt | robbedoezen | |
rasa | robbedoezen | donderen; fulmineren; inkalven; kelderen; ketteren; razen; steil afhellen; sterk in waarde dalen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitvaren; woeden |
stoja | robbedoezen | |
tumla om | robbedoezen |