Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. residu:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor residu (Nederlands) in het Zweeds

residu:

residu [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het residu
    rest
    • rest [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het residu (bezinksel; sediment; depot; )
    lämning; rest; avlagring; sediment
    • lämning [-en] zelfstandig naamwoord
    • rest [-en] zelfstandig naamwoord
    • avlagring [-en] zelfstandig naamwoord
    • sediment [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor residu:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avlagring afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
lämning afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
rest afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel greep; kolf; residu's; staartje
sediment afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel sedimenten

Verwante woorden van "residu":

  • residuen

Verwante vertalingen van residu