Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. repetitor:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor repetitor (Nederlands) in het Zweeds

repetitor:

repetitor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de repetitor (huisleraar; oefenmeester)
    privatlärare

Vertaal Matrix voor repetitor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
privatlärare huisleraar; oefenmeester; repetitor begeleider; mentor; opleidster

Verwante woorden van "repetitor":

  • repetitoren, repetitors