Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- relatief:
-
Wiktionary:
- relatief → relativ, relativt, proportionellt
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor relatief (Nederlands) in het Zweeds
relatief:
-
relatief (betrekkelijk)
relativt; ganskt; ganska; relativ; komparativt; jämförelsevist-
relativt bijvoeglijk naamwoord
-
ganskt bijvoeglijk naamwoord
-
ganska bijvoeglijk naamwoord
-
relativ bijvoeglijk naamwoord
-
komparativt bijvoeglijk naamwoord
-
jämförelsevist bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor relatief:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ganska | betrekkelijk; relatief | behoorlijk; enigermate; enigszins; iets; ietwat; liever; nogal; redelijk; tamelijk; veeleer |
ganskt | betrekkelijk; relatief | |
jämförelsevist | betrekkelijk; relatief | naar verhouding |
komparativt | betrekkelijk; relatief | |
relativ | betrekkelijk; relatief | vergelijkend |
relativt | betrekkelijk; relatief | vergelijkend |
Wiktionary: relatief
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• relatief | → relativ | ↔ relative — conditional; depending on something else |
• relatief | → relativt; proportionellt | ↔ relatively — proportionally |