Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. reisgeld:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor reisgeld (Nederlands) in het Zweeds

reisgeld:

reisgeld [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het reisgeld
    resepengar

Vertaal Matrix voor reisgeld:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
resepengar reisgeld

Verwante woorden van "reisgeld":

  • reisgelden

Wiktionary: reisgeld


Cross Translation:
FromToVia
reisgeld respengar; reskost viatique — Provision d’argent