Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. rehabiliteren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rehabiliteren (Nederlands) in het Zweeds

rehabiliteren:

rehabiliteren werkwoord (rehabiliteer, rehabiliteert, rehabiliteerde, rehabiliteerden, gerehabiliteerd)

  1. rehabiliteren
    rehabilitera
    • rehabilitera werkwoord (rehabiliterar, rehabiliterade, rehabiliterat)

Conjugations for rehabiliteren:

o.t.t.
  1. rehabiliteer
  2. rehabiliteert
  3. rehabiliteert
  4. rehabiliteren
  5. rehabiliteren
  6. rehabiliteren
o.v.t.
  1. rehabiliteerde
  2. rehabiliteerde
  3. rehabiliteerde
  4. rehabiliteerden
  5. rehabiliteerden
  6. rehabiliteerden
v.t.t.
  1. ben gerehabiliteerd
  2. bent gerehabiliteerd
  3. is gerehabiliteerd
  4. zijn gerehabiliteerd
  5. zijn gerehabiliteerd
  6. zijn gerehabiliteerd
v.v.t.
  1. was gerehabiliteerd
  2. was gerehabiliteerd
  3. was gerehabiliteerd
  4. waren gerehabiliteerd
  5. waren gerehabiliteerd
  6. waren gerehabiliteerd
o.t.t.t.
  1. zal rehabiliteren
  2. zult rehabiliteren
  3. zal rehabiliteren
  4. zullen rehabiliteren
  5. zullen rehabiliteren
  6. zullen rehabiliteren
o.v.t.t.
  1. zou rehabiliteren
  2. zou rehabiliteren
  3. zou rehabiliteren
  4. zouden rehabiliteren
  5. zouden rehabiliteren
  6. zouden rehabiliteren
diversen
  1. rehabiliteer!
  2. rehabiliteert!
  3. gerehabiliteerd
  4. rehabiliterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rehabiliteren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rehabilitera revalideren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rehabilitera rehabiliteren reclasseren; revalideren