Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. redetwist:
  2. redetwisten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor redetwist (Nederlands) in het Zweeds

redetwist:

redetwist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de redetwist (twistgesprek; dispuut; debat; )
    gräl; dispyt; ordstrid
    • gräl [-ett] zelfstandig naamwoord
    • dispyt [-en] zelfstandig naamwoord
    • ordstrid zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor redetwist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dispyt debat; dispuut; geschil; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling aanvechten; bestrijden; betwisten; geargumenteer; geredeneer; geschil; onenigheid; twist
gräl debat; dispuut; geschil; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling aanvaringen; geargumenteer; geredeneer; geschil; onenigheid; ruzies; twist
ordstrid debat; dispuut; geschil; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling

Verwante woorden van "redetwist":


redetwisten:

redetwisten werkwoord (redetwist, redetwistte, redetwistten, geredetwist)

  1. redetwisten (twisten; disputeren; argumenteren)
    diskutera; debatera
    • diskutera werkwoord (diskuterar, diskuterade, diskuterat)
    • debatera werkwoord (debaterar, debaterade, debaterat)

Conjugations for redetwisten:

o.t.t.
  1. redetwist
  2. redetwist
  3. redetwist
  4. redetwisten
  5. redetwisten
  6. redetwisten
o.v.t.
  1. redetwistte
  2. redetwistte
  3. redetwistte
  4. redetwistten
  5. redetwistten
  6. redetwistten
v.t.t.
  1. heb geredetwist
  2. hebt geredetwist
  3. heeft geredetwist
  4. hebben geredetwist
  5. hebben geredetwist
  6. hebben geredetwist
v.v.t.
  1. had geredetwist
  2. had geredetwist
  3. had geredetwist
  4. hadden geredetwist
  5. hadden geredetwist
  6. hadden geredetwist
o.t.t.t.
  1. zal redetwisten
  2. zult redetwisten
  3. zal redetwisten
  4. zullen redetwisten
  5. zullen redetwisten
  6. zullen redetwisten
o.v.t.t.
  1. zou redetwisten
  2. zou redetwisten
  3. zou redetwisten
  4. zouden redetwisten
  5. zouden redetwisten
  6. zouden redetwisten
diversen
  1. redetwist!
  2. redetwist!
  3. geredetwist
  4. redetwistend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor redetwisten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diskutera bespreken; spreken over
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
debatera argumenteren; disputeren; redetwisten; twisten
diskutera argumenteren; disputeren; redetwisten; twisten argumenteren; bediscussiëren; bepraten; beredeneren; bespreken; converseren; debatteren; discussiëren; doordiscussiëren; doorpraten; doorspreken; onderwerp behandelen; praten; praten over; redeneren; spreken; spreken over

Verwante woorden van "redetwisten":


Wiktionary: redetwisten


Cross Translation:
FromToVia
redetwisten argumentera; hävda argue — intransitive: to debate, disagree, or discuss opposing or differing viewpoints
redetwisten krångla quarrel — to contend, argue strongly, squabble