Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. rechtsgeleerdheid:
  2. rechtsgeleerd:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rechtsgeleerdheid (Nederlands) in het Zweeds

rechtsgeleerdheid:

rechtsgeleerdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de rechtsgeleerdheid
    rättsvetenskap; jurisprudens; juridikstudier

Vertaal Matrix voor rechtsgeleerdheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
juridikstudier rechtsgeleerdheid
jurisprudens rechtsgeleerdheid jurisprudentie
rättsvetenskap rechtsgeleerdheid juridische wetenschap; jurisprudentie; rechtswetenschap

Verwante woorden van "rechtsgeleerdheid":


Wiktionary: rechtsgeleerdheid

rechtsgeleerdheid
noun
  1. kennis of studie van recht

rechtsgeleerdheid vorm van rechtsgeleerd:

rechtsgeleerd bijvoeglijk naamwoord

  1. rechtsgeleerd (rechtskundig)
    lagligt; legal; legalt; lagkunnigt; lagkunnig

Vertaal Matrix voor rechtsgeleerd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lagligt legitimiteit; wettigheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lagkunnig rechtsgeleerd; rechtskundig
lagkunnigt rechtsgeleerd; rechtskundig
lagligt rechtsgeleerd; rechtskundig aannemelijk; billijk; geldig; gewettigd; legaal; legitiem; rechtmatig; rechtsgeldig; rechtvaardig; valabel; valide; wetmatig; wettelijk; wettig
legal rechtsgeleerd; rechtskundig
legalt rechtsgeleerd; rechtskundig gewettigd; legaal; legitiem; rechtsgeldig; wettelijk; wettig

Verwante woorden van "rechtsgeleerd":