Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. rechtsbevoegdheid:
  2. rechtsbevoegd:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rechtsbevoegdheid (Nederlands) in het Zweeds

rechtsbevoegdheid:

rechtsbevoegdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de rechtsbevoegdheid (jurisdictie)
  2. de rechtsbevoegdheid

Vertaal Matrix voor rechtsbevoegdheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rättslig möjlighet jurisdictie; rechtsbevoegdheid
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
rättskapacitet rechtsbevoegdheid

Verwante woorden van "rechtsbevoegdheid":


rechtsbevoegd:

rechtsbevoegd bijvoeglijk naamwoord

  1. rechtsbevoegd
    kompetent

Vertaal Matrix voor rechtsbevoegd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kompetent rechtsbevoegd bevoegd

Verwante woorden van "rechtsbevoegd":