Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. raspaarden:
  2. raspaard:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor raspaarden (Nederlands) in het Zweeds

raspaarden:

raspaarden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de raspaarden
    fullblod; rasren häst; fullblodshäst

Vertaal Matrix voor raspaarden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fullblod raspaarden raspaard; van onvermengd ras; volbloed
fullblodshäst raspaarden raspaard
rasren häst raspaarden

Verwante woorden van "raspaarden":


raspaarden vorm van raspaard:

raspaard [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het raspaard
    fullblod; fullblodshäst

Vertaal Matrix voor raspaard:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fullblod raspaard raspaarden; van onvermengd ras; volbloed
fullblodshäst raspaard raspaarden

Verwante woorden van "raspaard":