Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. quiz:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor quiz (Nederlands) in het Zweeds

quiz:

quiz [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de quiz (kwis)
    frågetävling

Vertaal Matrix voor quiz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frågetävling kwis; quiz

Verwante definities voor "quiz":

  1. spel waarbij je vragen moet beantwoorden1
    • bij deze quiz kun je 10 000 gulden winnen1

Wiktionary: quiz

quiz
noun
  1. een spel waarbij de deelnemers vragen moeten proberen te beantwoorden

Cross Translation:
FromToVia
quiz frågesport; frågespel quiz — competition in the answering of questions