Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- quiz:
-
Wiktionary:
- quiz → frågesport
- quiz → frågesport, frågespel
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor quiz (Nederlands) in het Zweeds
quiz:
-
de quiz (kwis)
frågetävling-
frågetävling zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor quiz:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
frågetävling | kwis; quiz |
Verwante definities voor "quiz":
Wiktionary: quiz
quiz
Cross Translation:
noun
-
een spel waarbij de deelnemers vragen moeten proberen te beantwoorden
- quiz → frågesport
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• quiz | → frågesport; frågespel | ↔ quiz — competition in the answering of questions |