Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pukkel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pukkel (Nederlands) in het Zweeds

pukkel:

pukkel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de pukkel (puist)
    finne
    • finne zelfstandig naamwoord
  2. de pukkel (zwelling; bolling; bobbel; )
    böld; svullnande
  3. de pukkel (puistje; steenpuist; bultje; bobbeltje)
    finne; kvissla; akneutslag; blobba

Vertaal Matrix voor pukkel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
akneutslag bobbeltje; bultje; puistje; pukkel; steenpuist
blobba bobbeltje; bultje; puistje; pukkel; steenpuist
böld bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling abces; bluts; etterbuil; steenpuist
finne bobbeltje; bultje; puist; puistje; pukkel; steenpuist Fin; Fins
kvissla bobbeltje; bultje; puistje; pukkel; steenpuist
svullnande bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling

Verwante woorden van "pukkel":

  • pukkels, pukkeltje, pukkeltjes

Wiktionary: pukkel


Cross Translation:
FromToVia
pukkel varböld; böld boil — accumulation of pus
pukkel finne pimple — inflamed spot on the surface of the skin