Nederlands
Uitgebreide vertaling voor pukkel (Nederlands) in het Zweeds
pukkel:
-
de pukkel (puist)
-
de pukkel (zwelling; bolling; bobbel; opzetting; bult; buil; opgezwollen plek)
-
de pukkel (puistje; steenpuist; bultje; bobbeltje)
finne; kvissla; akneutslag; blobba-
finne zelfstandig naamwoord
-
akneutslag zelfstandig naamwoord
-
blobba zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor pukkel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
akneutslag | bobbeltje; bultje; puistje; pukkel; steenpuist | |
blobba | bobbeltje; bultje; puistje; pukkel; steenpuist | |
böld | bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling | abces; bluts; etterbuil; steenpuist |
finne | bobbeltje; bultje; puist; puistje; pukkel; steenpuist | Fin; Fins |
kvissla | bobbeltje; bultje; puistje; pukkel; steenpuist | |
svullnande | bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling |