Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. proces:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor proces (Nederlands) in het Zweeds

proces:

proces [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het proces (rechtsgeding; rechtszaak; procedure; geding)
    process; rättegång; mål
    • process [-en] zelfstandig naamwoord
    • rättegång [-en] zelfstandig naamwoord
    • mål [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. het proces
    process
    • process [-en] zelfstandig naamwoord
  3. het proces

Vertaal Matrix voor proces:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mål geding; procedure; proces; rechtsgeding; rechtszaak bestemming; doel; doel-; doeleinde; doelpunt; doelschijf; doelstelling; doeltrap; doelvoorziening; einddoel; goal; inzet; reisdoel; streven; toeleg; treffer
process geding; procedure; proces; rechtsgeding; rechtszaak berechting; poortnummer
rättegång geding; procedure; proces; rechtsgeding; rechtszaak rechtsgang
- rechtszaak
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
portnummer proces

Verwante woorden van "proces":


Synoniemen voor "proces":


Verwante definities voor "proces":

  1. de fasen van ontwikkeling achter elkaar1
    • het proces van zijn genezing gaat niet voorspoedig1
  2. bijeenkomst voor onderzoek naar iemands schuld1
    • in dit proces heeft de rechter hem schuldig bevonden1

Wiktionary: proces


Cross Translation:
FromToVia
proces fall case — legal proceeding

Verwante vertalingen van proces