Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. prefereren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor prefereren (Nederlands) in het Zweeds

prefereren:

prefereren werkwoord (prefereer, prefereert, prefereerde, prefereerden, geprefereerd)

  1. prefereren (verkiezen)
    föredra
    • föredra werkwoord (föredraer, föredrog, föredragit)

Conjugations for prefereren:

o.t.t.
  1. prefereer
  2. prefereert
  3. prefereert
  4. prefereren
  5. prefereren
  6. prefereren
o.v.t.
  1. prefereerde
  2. prefereerde
  3. prefereerde
  4. prefereerden
  5. prefereerden
  6. prefereerden
v.t.t.
  1. heb geprefereerd
  2. hebt geprefereerd
  3. heeft geprefereerd
  4. hebben geprefereerd
  5. hebben geprefereerd
  6. hebben geprefereerd
v.v.t.
  1. had geprefereerd
  2. had geprefereerd
  3. had geprefereerd
  4. hadden geprefereerd
  5. hadden geprefereerd
  6. hadden geprefereerd
o.t.t.t.
  1. zal prefereren
  2. zult prefereren
  3. zal prefereren
  4. zullen prefereren
  5. zullen prefereren
  6. zullen prefereren
o.v.t.t.
  1. zou prefereren
  2. zou prefereren
  3. zou prefereren
  4. zouden prefereren
  5. zouden prefereren
  6. zouden prefereren
en verder
  1. ben geprefereerd
  2. bent geprefereerd
  3. is geprefereerd
  4. zijn geprefereerd
  5. zijn geprefereerd
  6. zijn geprefereerd
diversen
  1. prefereer!
  2. prefereert!
  3. geprefereerd
  4. preferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor prefereren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
föredra prefereren; verkiezen iemand begunstigen; kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitverkiezen; uitzoeken; verkiezen; voorschuiven; voortrekken; ziften