Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. prater:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor prater (Nederlands) in het Zweeds

prater:

prater [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de prater (keuvelaar; babbelaar; kouter; theetante; klapekster)
    pratkvarn

Vertaal Matrix voor prater:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pratkvarn babbelaar; keuvelaar; klapekster; kouter; prater; theetante babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous

Verwante woorden van "prater":

  • praters, pratertje, pratertjes