Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor pracht (Nederlands) in het Zweeds
pracht:
-
de pracht (praal; glans; luister; pronk)
-
de pracht (luxe; overvloed; weelderigheid; weelde)
-
de pracht (schoonheid)
Vertaal Matrix voor pracht:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lyx | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | luxeartikel; weeldeartikel |
pompa | glans; luister; praal; pracht; pronk | |
prakt | glans; luister; luxe; overvloed; praal; pracht; pronk; weelde; weelderigheid | glorie |
rikedom | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | rijkdom; rijkheid; talrijkheid; veelheid |
skönhet | pracht; schoonheid | knapheid; schoonheid |
ståt | glans; luister; praal; pracht; pronk | gepraal; glorie; praalzucht |
överdåd | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | overdaden |
överflöd | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | overdaden; overvloedigheid; rijkelijkheid; talrijkheid; veelheid |