Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. potverteren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor potverteren (Nederlands) in het Zweeds

potverteren:

potverteren werkwoord (potverteer, potverteert, potverteerde, potverteerden, potverteerd)

  1. potverteren (opmaken)
    ödsla; förslösa; slösa bort
    • ödsla werkwoord (ödslar, ödslade, ödslat)
    • förslösa werkwoord (förslösar, förslösade, förslösat)
    • slösa bort werkwoord (slösar bort, slösade bort, slösat bort)

Conjugations for potverteren:

o.t.t.
  1. potverteer
  2. potverteert
  3. potverteert
  4. potverteren
  5. potverteren
  6. potverteren
o.v.t.
  1. potverteerde
  2. potverteerde
  3. potverteerde
  4. potverteerden
  5. potverteerden
  6. potverteerden
v.t.t.
  1. heb potverteerd
  2. hebt potverteerd
  3. heeft potverteerd
  4. hebben potverteerd
  5. hebben potverteerd
  6. hebben potverteerd
v.v.t.
  1. had potverteerd
  2. had potverteerd
  3. had potverteerd
  4. hadden potverteerd
  5. hadden potverteerd
  6. hadden potverteerd
o.t.t.t.
  1. zal potverteren
  2. zult potverteren
  3. zal potverteren
  4. zullen potverteren
  5. zullen potverteren
  6. zullen potverteren
o.v.t.t.
  1. zou potverteren
  2. zou potverteren
  3. zou potverteren
  4. zouden potverteren
  5. zouden potverteren
  6. zouden potverteren
diversen
  1. potverteer!
  2. potverteert!
  3. potverteerd
  4. potverterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor potverteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förslösa opmaken; potverteren versjacheren
slösa bort opmaken; potverteren verbeuzelen; verknoeien; verlummelen; versjacheren
ödsla opmaken; potverteren verdoen; versjacheren; verspillen