Nederlands
Uitgebreide vertaling voor posteren (Nederlands) in het Zweeds
posteren:
-
posteren (stationeren; plaatsen; posten)
Conjugations for posteren:
o.t.t.
- posteer
- posteert
- posteert
- posteren
- posteren
- posteren
o.v.t.
- posteerde
- posteerde
- posteerde
- posteerden
- posteerden
- posteerden
v.t.t.
- ben geposteerd
- bent geposteerd
- is geposteerd
- zijn geposteerd
- zijn geposteerd
- zijn geposteerd
v.v.t.
- was geposteerd
- was geposteerd
- was geposteerd
- waren geposteerd
- waren geposteerd
- waren geposteerd
o.t.t.t.
- zal posteren
- zult posteren
- zal posteren
- zullen posteren
- zullen posteren
- zullen posteren
o.v.t.t.
- zou posteren
- zou posteren
- zou posteren
- zouden posteren
- zouden posteren
- zouden posteren
diversen
- posteer!
- posteert!
- geposteerd
- posterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor posteren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
förlägga | plaatsen; posten; posteren; stationeren | openbaren; publiceren; uitbrengen; uitgeven |
stationera | plaatsen; posten; posteren; stationeren |
Verwante woorden van "posteren":
posteren vorm van poster:
-
de poster (aanplakbiljet; affiche; plakkaat; biljet)
-
de poster
Vertaal Matrix voor poster:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
affisch | aanplakbiljet; affiche; biljet; plakkaat; poster | bord; reclamebord; reclameplaat |
anslag | aanplakbiljet; affiche; biljet; plakkaat; poster | aanplakbiljetten; aanvoer; bekendmaking; bestemming; toevoer |
plakat | aanplakbiljet; affiche; biljet; plakkaat; poster | aanplakbiljetten |
poster | aanplakbiljet; affiche; biljet; plakkaat; poster | muurkrant |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
plakat | ladderzat; laveloos; smoordronken; stomdronken; straalbezopen |