Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. portier:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor portier (Nederlands) in het Zweeds

portier:

portier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de portier (bewaker; suppoost; wacht)
    vakt; vaktmästare
  2. de portier (bewaker; deurwachter; suppoost; wacht)
    portier
    • portier [-en] zelfstandig naamwoord
  3. de portier (conciërge)
    vaktmästare; fastighetsskötare

Vertaal Matrix voor portier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fastighetsskötare conciërge; portier conciërge; huismeeesters; schoolbewaarder
portier bewaker; deurwachter; portier; suppoost; wacht
vakt bewaker; portier; suppoost; wacht garde; schildwacht; wacht; wachter; wachtpost
vaktmästare bewaker; conciërge; portier; suppoost; wacht bewaker; cipier; conciërge; conciërges; gevangenbewaarder; huisbewaarder; huismeeesters; huismeester; oppasser; ordebewaarder; schoolbewaarder; schoolbewaarders; wacht

Verwante woorden van "portier":


Verwante definities voor "portier":

  1. deur van een auto1
    • ik sluit het portier en rij weg1
  2. wie de ingang van een gebouw bewaakt1
    • de portier wees mij de weg1

Wiktionary: portier


Cross Translation:
FromToVia
portier dörrvakt bouncer — member of security personnel
portier dörr door — portal of entry into a building, room or vehicle
portier vaktmästare janitor — doorman
portier hyska; dörr porte — menu|fr ouverture battante dans un mur qui permet d’entrer ou sortir d’un endroit.