Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pons:
  2. ponsen:
  3. pon:
  4. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pons (Nederlands) in het Zweeds

pons:

pons [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pons
    stämpel

Vertaal Matrix voor pons:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stämpel pons inktstempel; stempel; zegel; zegels

Verwante woorden van "pons":


pons vorm van ponsen:

ponsen werkwoord (pons, ponst, ponste, ponsten, geponst)

  1. ponsen (stansen; doorponsen)
    klippa; stansa; stampa; slå hål i med puns
    • klippa werkwoord (klippar, klippade, klippat)
    • stansa werkwoord (stansar, stansade, stansat)
    • stampa werkwoord (stampar, stampade, stampat)
    • slå hål i med puns werkwoord (slår hål i med puns, slog hål i med puns, slagit hål i med puns)

Conjugations for ponsen:

o.t.t.
  1. pons
  2. ponst
  3. ponst
  4. ponsen
  5. ponsen
  6. ponsen
o.v.t.
  1. ponste
  2. ponste
  3. ponste
  4. ponsten
  5. ponsten
  6. ponsten
v.t.t.
  1. heb geponst
  2. hebt geponst
  3. heeft geponst
  4. hebben geponst
  5. hebben geponst
  6. hebben geponst
v.v.t.
  1. had geponst
  2. had geponst
  3. had geponst
  4. hadden geponst
  5. hadden geponst
  6. hadden geponst
o.t.t.t.
  1. zal ponsen
  2. zult ponsen
  3. zal ponsen
  4. zullen ponsen
  5. zullen ponsen
  6. zullen ponsen
o.v.t.t.
  1. zou ponsen
  2. zou ponsen
  3. zou ponsen
  4. zouden ponsen
  5. zouden ponsen
  6. zouden ponsen
diversen
  1. pons!
  2. ponst!
  3. geponst
  4. ponsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ponsen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klippa kei; klif; klip; rif; rock; rolsteen; scheer; steen; steile bodemverheffing; uitstekende rots
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klippa doorponsen; ponsen; stansen afsnijden; bewerken; een knippend geluid maken; met effect spelen; snijden; tekst redigeren
slå hål i med puns doorponsen; ponsen; stansen
stampa doorponsen; ponsen; stansen inhameren; instampen; zwaar stappen
stansa doorponsen; ponsen; stansen

Verwante woorden van "ponsen":


Wiktionary: ponsen


Cross Translation:
FromToVia
ponsen borra percer — Traverser en faisant un trou, une ouverture. (Sens général).

pon:

pon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pon (nachtjapon)
    nattlinne

Vertaal Matrix voor pon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nattlinne nachtjapon; pon nachtgewaad; nachtjapon

Verwante woorden van "pon":

  • ponnen, ponen, pons