Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pochers:
  2. pocher:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pochers (Nederlands) in het Zweeds

pochers:

pochers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de pochers (praatjesmakers; windbuilen; bluffers; )
    skrytare

Vertaal Matrix voor pochers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skrytare bluffers; opscheppers; opsnijders; pochers; praatjesmakers; snoevers; windbuilen spekkopers

Verwante woorden van "pochers":


pocher: