Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. plooi:
  2. plooien:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plooi (Nederlands) in het Zweeds

plooi:

plooi [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de plooi (plooiing)
    veck; skrynkla
    • veck [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skrynkla [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plooi:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skrynkla plooi; plooiing kreukel; valse vouw
veck plooi; plooiing kreukel; valse vouw
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skrynkla kreuken; opfrommelen; rimpelen

Verwante woorden van "plooi":


Wiktionary: plooi


Cross Translation:
FromToVia
plooi veck crease — mark made by folding
plooi veck fold — bend or crease

plooi vorm van plooien:

plooien werkwoord (plooi, plooit, plooide, plooiden, geplooid)

  1. plooien
    vicka
    • vicka werkwoord (vickar, vickade, vickat)

Conjugations for plooien:

o.t.t.
  1. plooi
  2. plooit
  3. plooit
  4. plooien
  5. plooien
  6. plooien
o.v.t.
  1. plooide
  2. plooide
  3. plooide
  4. plooiden
  5. plooiden
  6. plooiden
v.t.t.
  1. ben geplooid
  2. bent geplooid
  3. is geplooid
  4. zijn geplooid
  5. zijn geplooid
  6. zijn geplooid
v.v.t.
  1. was geplooid
  2. was geplooid
  3. was geplooid
  4. waren geplooid
  5. waren geplooid
  6. waren geplooid
o.t.t.t.
  1. zal plooien
  2. zult plooien
  3. zal plooien
  4. zullen plooien
  5. zullen plooien
  6. zullen plooien
o.v.t.t.
  1. zou plooien
  2. zou plooien
  3. zou plooien
  4. zouden plooien
  5. zouden plooien
  6. zouden plooien
diversen
  1. plooi!
  2. plooit!
  3. geplooid
  4. plooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor plooien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vicka plooien

Verwante woorden van "plooien":


Wiktionary: plooien


Cross Translation:
FromToVia
plooien böja bend — to cause to shape into a curve
plooien böja; krokna bend — to become curved
plooien kröka; böja curve — bend, crook
plooien vika fold — make the proper arrangement (in a thin material) by bending
plooien vecka; vika; rynka falten — umbiegen und zusammenlegen
plooien knäppa falten — verschränken
plooien vecka plier — Mettre en double... (sens général)