Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. plek:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plek (Nederlands) in het Zweeds

plek:

plek [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de plek (plaats; locatie)
    plats; ort
    • plats [-en] zelfstandig naamwoord
    • ort [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ort locatie; plaats; plek
plats locatie; plaats; plek ligging; locatie; site
- plaats; punt

Verwante woorden van "plek":


Synoniemen voor "plek":


Verwante definities voor "plek":

  1. bepaalde ruimte of punt in de ruimte1
    • op deze plek wil ik altijd blijven wonen1

Wiktionary: plek


Cross Translation:
FromToVia
plek position PositionOrt, Standort
plek punkt; plats point — location or place
plek fläck spot — stain
plek fläck; prick spot — a round or irregular patch of a different color
plek plats spot — location or area
plek ställe; plats; ort endroit — Partie bien déterminée d’un espace, d’une chose ou d’un corps.
plek ort lieuportion de l’espace, soit prise en elle-même, soit considérée par rapport à ce qui l’occuper.

Verwante vertalingen van plek