Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. plausibel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plausibel (Nederlands) in het Zweeds

plausibel:

plausibel bijvoeglijk naamwoord

  1. plausibel (waarschijnlijk; geloofwaardig; aannemelijk; acceptabel)
    plausibelt; antagligen; sannolikt; troligt; sannolik

Vertaal Matrix voor plausibel:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antagligen aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
plausibelt aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
sannolik aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
sannolikt aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
troligt aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk vermoedelijk; waarschijnlijk

Verwante woorden van "plausibel":

  • plausibeler, plausibelere, plausibele

Computer vertaling door derden: