Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. plank:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plank (Nederlands) in het Zweeds

plank:

plank [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de plank (schap)
    hylla; vägghylla

Vertaal Matrix voor plank:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hylla plank; schap lat; legbord; pijnbank; schroot; smalle plank
vägghylla plank; schap
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hylla ovatie brengen

Verwante woorden van "plank":


Verwante definities voor "plank":

  1. plat lang stuk hout1
    • het hek is gemaakt van planken1

Wiktionary: plank


Cross Translation:
FromToVia
plank bräda; skiva board — piece of wood or other material
plank planka plank — long, broad and thick piece of timber
plank etagär; hylla Etagereveraltend: Regalbrett, offenes Regal für Bücher, Geschirr, Gewürze, Toilettartikel und andere Dinge
plank bräde; plank; tilja panneau — Petit pan.
plank plank; bräde; tilja planche — ais de bois, mince et long

Verwante vertalingen van plank